Kleurstoffen

Kleurstoffen maak je van planten, vruchten, bloemen, kruiden en specerijen die een mooie kleur hebben. Stamp de kleurstoffen fijn in een vijzeltje zodat de kleur te voorschijn komt.  Soms moet je de kleurstof eerst koken met weing water en door een zeef persen. Als de kleurstof te droog is, dan meng je het met een paar druppels water. Als de kleurstof te nat is, dan pers je het vocht eruit in een zeefje of een doek. Als je een kleurstoffenpasta wilt maken dan kan je de kleurstof mengen met een klein beetje zetmeel en wat heet water. Lichtere kleuren ontstaan door kleuren te mengen met witte druivensuiker. Donkere kleuren ontstaan door kleuren te mengen met wat zwart. Zwart maak je door alle kleuren die er zijn door elkaar te mengen. Gebruik altijd zo min mogelijk kleurstof om de smaak van het eten dat je kleurt niet te veranderen. Sommige kleurstoffen, zoals cacao en druivensuiker, zijn tegelijk ook geur- of smaakstof. Kleurstoffen gebruik je om bijvoorbeeld marsepeinen, fondant of zelfgemaakte suikersnoepjes te kleuren.